Op bezoek bij Fred

We waren namelijk te gast bij twee van de drie deelnemers van onze vereniging aan de wereldshow in Hasselt. Als eerste waren we bij de Wereldkampioen, Fred Hendriks.
Fred is van jongs af aan al gek op en met dieren, allerlei soorten en niets
was hem te gek, dit soms tot wanhoop van zijn moeder.

Dit omgaan met dieren was hem bijgebracht door zijn vader, die een waar postduiven liefhebber was en er letterlijk alles voor over had om dit tot een succesvolle hobby te maken. Als kleine jongen zijnd was Fred regelmatig in het bos te vinden en vond alle dieren wel interessant. Zo wilde hij eens een klein jong hertje mee naar huis nemen, maar op weg naar huis vroeg de politie wat hij met dit beestje van plan was. Resultaat, inleveren en een stevige reprimande, hetzelfde overkwam hen toen hij een jong vosje uit een hol had gehaald. Met de specht die hij gevangen had ging het beter, deze mocht mee naar huis en werd met meelwormen en pissebedden grootgebracht en handtam gemaakt. Maar, op een gegeven moment was hij het kijken naar de postduiven, hij mocht van zijn vader alleen maar kijken maar niet aankomen, zat en wilde zelf bezig zijn. Het kon dus niet uitblijven dat hij op een gegeven moment zelf postduiven had en in ‘combinatie’ (zo heet dat bij de duivenhouders) aan de verzorging, kweek en vluchten kon deelnemen. Nadat Fred was getrouwd bleef hij de duiven trouw en was hier regelmatig succesvol mee.

In 1985 was hij het ineens zat en deed alle duiven in een keer weg. Na een half jaar kreeg hij hier enorme spijt van, maar het leed was geschied.
Er werden sierduiven aangeschaft, Hollandse Kroppers. Wel leuk maar al snel bleek dat dit het niet was voor hem. Toen hij een keer bij John.van Beek naar de Goudvinken ging kijken was hij verkocht. Hij kocht een koppel en kocht er later een koppel bij, later werden er nog twee koppels aangeschaft. Hiermee werd goed gekweekt, jongen kwamen uit maar werden regelmatig door de ouders uit het nest gegooid met als resultaat dat ze niet overleefden.
En dan nu, al weer enkele jaren met succes, kanaries, Geelmozaiëk en Lutino. Kweken doet hij met 30 koppels in een binnen ruimte, bij aanvang van de kweek haalt hij de mannen als eerste naar binnen en zet ze gelijk op vijftien uur licht.

De mannen worden dan gehuisvest met acht vogels in een grote broedkooi, deze jagen elkaar op en worden zo broedrijp. Ondertussen blijft hij de vogels goed observeren en kan de selectie beginnen. Na drie weken komen de poppen naar binnen, ook gelijk volop in het licht en met 8 stuks in een grote broedkooi. Bij de poppen hangt hij korfjes met nestmateriaal aan de kooi, zodra de poppen hieraan beginnen te trekken weet hij dat ze broedrijp zijn. Ook nu weer volop observeren en controleren, klopt alles dan zoekt hij een geschikte man bij de bewuste pop. Met een tirip maakt hij een touwnestje vast in de broed kom, geeft de pop nestmateriaal om het nest af te maken. Eieren haalt hij weg en legt deze na het vierde ei weer terug in het nest. Voordat hij de eieren in het nest terug legt doet hij eerst een pluk zware shag tussen het touwnestje en het door de pop gemaakte nestje. Dit doet hij ter voorkoming van bloedluis, ook hier geld weer, goed blijven observeren en gelijk actie ondernemen als er maar een klein spoortje van luis is te zien.

Totdat de eieren uitkomen krijgen de vogels geen eivoer, eenmaal uitgekomen geeft hij driemaal daags eivoer, driemaal daags vers. Als zaad voert hij Kanariezaad van Beijers, Nr. 53 Nr. 55 die hij een op een mengt. Nr. 55 bestaat uit overwegend witzaad en in Nr 53 zit alles, o.a. lijn- en raapzaad.
De bakjes met een mengsel van maagkiezel en grit zijn altijd gevuld. Regelmatig een stukje appel, witlof etc. en natuurlijk kiemzaad door het eivoer. Een ‘knijpertje’ met daarin een stukje sepia is ook altijd aanwezig. Het eivoer is van het merk Quiko waar nog wat voedingssupplementen aan worden toegevoegd waar onder Aves en Forto Perfect. We zeiden het al eerder, observeren is voor Fred heel belangrijk, het is dan ook bewonderenswaardig dat hij al zijn vogels kent. Op de broedkooien zit een strookje zo genaamd schilderstape waarop hij de nummers van de op en man heeft geschreven,

van elke vogel weet hij direct op te noemen uit wel nest hij of zei is gekomen en wat voor punten er op welke tentoonstelling dan ook mee zijn behaald. Een heel apart verhaal, voor ons tenminste, blijft toch elke keer weer het wassen van de vogels voordat ze naar de tentoonstelling gaan. Fred heeft hier een aparte kooi met warmtelampen voor gemaakt. Buiten heeft hij nog een viertal vluchten, waarin hij de vogels van de eerste, tweede en soms de derde ronde bij elkaar houdt. De ouder vogels gaan in de vierde vlucht. Wat vindt Fred van onze vereniging en wat zouden we volgens hem beter
(anders) kunnen doen. Het eerste jaar dat hij lid bij onze vereniging was heeft hij moeten wennen, zegt hij, vooral de directheid waarmee we met elkaar omgaan. Hij is dit gaan waarderen zegt hij. Inmiddels heeft hij zijn draai helemaal gevonden en waardeert het dat het in onze vereniging zowel om mensen al om de vogels gaat. Veranderen, niets, gewoon zo doorgaan is zijn advies aan ons. Ook deze keer waren wij te gast bij een vogelliefhebber puur zang.

 

 

Copyright Information | 2011 | www.vogelverenigingdebilt-bilthoven